De RLC is voorzien van 5 seriële poorten. Drie daarvan zijn gereserveerd voor respectievelijk de GPS, de GSM en de systeempoort. Via deze systeempoort is het mogelijk de RLC te programmeren, te debuggen en de werking te volgen. De overige twee seriële poorten zijn op RS232 niveau met flowcontrol beschikbaar voor de gebruiker.
In de software is de mogelijkheid aanwezig om via de GSM het systeem van nieuwe systeem software te voorzien.

De RLC kan voorzien worden van maximaal zes analoge ingangen (0.02V tot 4.5V) en maximaal twee analoge uitgangen (0.02V tot 4.5V), alle acht voorzien van stroombegrenzing.
Ten behoeve van het detecteren van statussen zijn er maximaal acht optisch geïsoleerde ingangen beschikbaar. Met acht galvanisch gescheiden uitgangen kan men externe apparaten aansturen. Buiten deze acht uitgangen is de RLC van 4 relais uitgangen voorzien met wisselcontact, die elk 1 A kunnen schakelen.

De RLC is voorzien van een SmartMedia Card reader voor het lezen van de Toshiba SMC’s.

De RLC werkt op een voedingsspanning van 9 tot 32 Volt.
De behuizing is van metaal en heeft een IP54 beschermingsklasse.

Thuisbasis
De RLC is geënt op een thuisbasis, waar in het eenvoudigste geval uitsluitend programmatuur draait om de datastroom vanuit de RLC te loggen. Daar deze datastroom ook locatie-informatie bevat, kan deze informatie naar wens getoond worden op een kaart, zowel in real time mode als in postprocessing later. De soort kaarten en de schaal van de kaart bepalen de prijs.
Tevens zal – desgewenst – op de thuisbasis een programma beschikbaar moeten zijn voor de communicatie t.b.v. de in- en uitgangen van de RLC.